Welke soorten participatie zijn er?

Onderwerp
Welke soorten participatie zijn er?

Grofweg zijn er twee fases te onderscheiden in het proces van duurzame energie opwekken en overstappen naar duurzame warmte: de beleidsfase en de projectfase. Participatie kan zowel tijdens de beleidsvorming worden ingezet, als bij een specifiek project in de uitvoering (denk bijvoorbeeld aan het realiseren van een windmolenpark of de aanleg van een warmtenet).

Participatie in de beleidsfase

Idealiter maken overheden beleid voor hernieuwbare energie en een andere manier van verwarmen, voordat er een concreet project is. Bij het maken van dit beleid kan de omgeving betrokken worden door de betreffende overheid. Dus ook bij de ontwikkeling en totstandkoming van de Regionale Energiestrategie (RES) of het opstellen en aanpassen van de Transitievisie Wamte (TVW). Zo wordt bijvoorbeeld de vraag hoeveel ruimte er wordt gegeven aan duurzame energie of welke wijken op een collectieve warmtevoorziening worden aangesloten, in het beleid al beantwoord. Dit kan bijvoorbeeld in een afwegingskader. Dit wordt ook wel procesparticipatie genoemd, namelijk het inhoudelijk betrekken van de omgeving bij het proces.

Welke overheid verantwoordelijk is voor het betrekken van de omgeving bij het maken van beleid, kan per situatie verschillen. 

Participatie in de projectfase

Het Klimaatakkoord (pagina 219) beschrijft dat, in de projectfase, de initiatiefnemer (ontwikkelaar en/of coöperatie) verantwoordelijk is voor het organiseren van participatie. Het bevoegd gezag controleert vervolgens of de initiatiefnemer zijn verantwoordelijkheid nakomt en de kwaliteit ervan. Om deze afspraak uit het Klimaatakkoord te borgen, kunnen lokale overheden participatiebeleid vaststellen waarin de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer duidelijk wordt gemaakt. Zo kunnen lokale overheden initiatiefnemers ook aanspreken op hun verantwoordelijkheid.

Een initiatiefnemer kan participatie organiseren door:

  1. Procesparticipatie te organiseren, door de omgeving actief en inhoudelijk mee te nemen in het proces van het project. Procesparticipatie kan ook resulteren in afspraken over financiële participatie.
  2. Financiële participatie te organiseren, door de omgeving de mogelijkheid te geven om financieel deel te nemen aan het project of op een andere manier profijt te hebben van een tegemoetkoming. In het Klimaatakkoord staat een streven naar 50% lokaal eigendom.

In de projectfase is dus zowel procesparticipatie als financiële participatie mogelijk. Lees hier meer over hoe je als initiatiefnemer participatie kunt organiseren. 

Aanvullende tips voor goede afstemming

  • Let op dat verschillende fases van het proces op hetzelfde moment in de tijd plaats kunnen vinden. Een windmolenpark kan al in ontwikkeling zijn (project) op het moment dat er in de RES zoekgebieden worden aangewezen voor toekomstig te ontwikkelen locaties voor zonne- of windenergie (beleid).
  • Breng voor iedere fase in kaart wie welke rol heeft en om welke type participatie het gaat. 
  • Breng ook – regio met gemeenten – goed in kaart van welke (potentiële) initiatieven voor zonne- en windprojecten je al weet, om niet overvallen te worden. 
  • Informeer je buurgemeenten tijdig als je van een initiatief weet. Je collega-bestuurder, je communicatie-collega. Zo kun je de participatie/ communicatie samen vormgeven of bewaken en samen jullie inwoners informeren als een initiatief openbaar wordt. 

VOORBEELD

Procesparticipatie in de beleidsfase: In de RES-regio Noord-Holland Noord werden regionale en lokale bijeenkomsten georganiseerd waar deelnemers mochten reageren op de concept-RES. Deze reacties, maar ook alternatieve plannen en visies, nam de regio mee in de uitwerking naar RES 1.0. Lees meer over procesparticipatie in Noord-Holland.  

VOORBEELD

Financiële participatie in de projectfase: Van windmolen de Coöperwiek in Noord-Limburg, zijn 325 mensen eigenaar. Deze windmolen maakt deel uit van een serie van vijf windmolens, waarvan de eerste vier molens met veel ‘gedoe’ zijn gebouwd. De bron daarvan? Een paar mensen verdienden er goed aan, maar de meeste omwonenden niet.  

Wat ging er anders bij windmolen nr. 5? 
De omwonenden werden allemaal tegelijk uitgenodigd om mee te praten. Ook werden de baten van de windmolen duidelijker gemaakt en ingezet om een ander probleem in de buurt op te lossen: traag internet. Er werd glasvezel aangelegd met de opbrengsten van de windmolen. Daarmee merkten de omwonenden gelijk financieel voordeel aan de komst van de windmolen. Anno 2020 maakt de molen winst, en kijkt men ook of de opbrengsten van de molen ook zonnepanelen op daken kunnen financieren, als vervanging van asbestdaken. Lees meer in het artikel ‘Niemand wil zo’n ding in zijn achtertuin, maar als er iets tegenover staat wordt het een ander verhaal’, De Volkskrant, 13 augustus 2018).  

Meer lezen

  • De pagina Borging lokaal eigendom in beleid biedt handvatten, informatie en werkbladen waarmee kan worden aangestuurd op het vergroten van lokaal eigendom.
  • Lokaal eigendom in beleid geeft tips, adviezen, richtlijnen en praktijkvoorbeelden voor gemeentelijk beleid rondom procesparticipatie en opbrengstparticipatie bij duurzame energieprojecten.
  • Participatiewaaier. Bevat een overzicht van verschillende vormen van projectparticipatie, waaronder financiële participatie