Hoeveel ruimte is er om te participeren?

Onderwerp
Waarover kan men meepraten

Als je van plan bent om participatie te organiseren, is het belangrijk om te bepalen over welke onderwerpen mensen mee mogen praten en op welk niveau zij hun mening kunnen geven. Mogen ze bijvoorbeeld meebeslissen, of hebben ze een adviserende rol? 

Transparantie en het omgaan met verwachtingen is cruciaal in een participatietraject. Door vooraf aan te geven waarover en op welke niveau betrokkenen mogen meepraten creëer je geen verwachtingen waar je (later) niet aan kunt voldoen. 

Bepaal dit in de beleidsfase bij voorkeur met de verantwoordelijke bestuurders (wethouders, gedeputeerden) in de regio of gemeente. In de projectfase bepaalt de initiatiefnemer dit zelf. De manier waarop zij zich committeren aan de resultaten van het participatieproces bepaalt hoeveel ruimte er is om mee te praten. De uitkomsten van het participatieproces kunnen bijvoorbeeld worden meegenomen in de besluitvorming. Zij kunnen zich ook verdergaand committeren en toezeggen de besluitvorming afhankelijk te maken van de uitkomst van het participatieproces. Lees meer over het commitment van bestuurders en wat je kunt doen met de opgehaalde input.

Bepaal het onderwerp

Participatievragen helpen duidelijk te maken wat je van participanten wilt weten. Dit kan per moment in het proces verschillen. Voorbeelden van vragen in de beleidsfase van duurzame energie opwekken zijn: 

  • Hoe kun je door de komst van zon- en wind het landschap verbeteren?  

  • Als je met elkaar zoveel mogelijk duurzame energie wil opwekken langs infrastructuur, hoe pas je het dan op de beste manier in?  

  • Hoe kun je door de komst van zon- en wind de leefbaarheid van de gemeenschap er omheen verbeteren?  

  • Als er een windmolen komt, zou je er dan in investeren?  

  • Zou je een windmolen dichtbij accepteren, als daardoor de voorzieningen in het dorp kunnen blijven of worden verbeteren? 

VOORBEELD RES Metropoolregio Eindhoven vroeg tientallen stakeholders om mee te denken over grootschalige opwek in hun regio, tijdens een werkatelier. Door middel van een kaart konden aanwezigen aangeven waar zij denken dat grootschalige opwek in de regio mogelijk is. Bekijk een videoverslag van de stakeholders sessie.  

In de fase van een concreet project zijn andere vragen van toepassing, bijvoorbeeld: 

  • Hoe is de inpassing van deze windmolen/dit zonneveld optimaal? 

  • Klopt alle informatie in het ontwerp dat is bedacht? 

  • Welke kansen zijn er om slimme verbindingen met andere projecten te leggen?

  • Op welke manier wil de omgeving graag financieel participeren
     

Bepaal het participatieniveau

Om te bepalen op welk niveau mensen kunnen meepraten, is het belangrijk om te weten wat het doel van participatie is. Wil je bijvoorbeeld eigenaarschap creëren, dan kan het goed zijn om mensen mee te laten beslissen. Gaat het om het ophalen van deskundige input, dan kun je mensen beter een adviserende rol geven.

Verder is het essentieel om van te voren te weten op welke manier de organisatie zich committeert aan de opgehaalde resultaten. Laat mensen niet meebeslissen als de organisatie uiteindelijk haar eigen besluiten neemt.

De verschillende niveaus op de participatieladder zijn:

  1. Informeren is eerste trede op de participatieladder en duidt op: op de hoogte houden.
  2. Raadplegen is de tweede trede gaat verder dan informeren. Betrokkenen worden als gesprekspartners gezien bij de ontwikkeling van beleid.
  3. De derde trede van de participatieladder is adviseren. Betrokkenen kunnen problemen en oplossingen aanbieden, die een grote rol in de ontwikkeling van beleid spelen.
  4. Coproduceren is de vierde trede waarbij initiatiefnemers en betrokkenen gezamenlijk naar oplossingen zoeken, die bindend zijn in de uiteindelijke besluitvorming.
  5. Meebeslissen is de hoogste trede van de participatieladder. Ontwikkeling van en de besluitvorming over is aan de betrokkenen, waarbij de ambtelijke organisatie een adviserende rol heeft.

VOORBEELD De RES Fryslân zette een enquête uit onder haar inwoners, die 3061 keer werd ingevuld. In de enquête werd onder meer gevraagd wanneer inwoners betrokken willen worden bij het RES-proces. De meerderheid gaf aan vanaf het begin betrokken te willen zijn, ook als er nog geen plan of voorstel ligt. Op de vraag hoe zij dan betrokken willen worden (op welk participatieniveau), bleek dat er een voorkeur was voor geïnformeerd worden en geraadpleegd worden. Een kleiner deel bleek een voorkeur te hebben voor meedenken, meedoen of meebeslissen. Lees meer over de enquête en de Friese campagne ‘Kies voor Jelte’.

Vorige artikel

7. Waarover kan men meepraten

Volgende artikel

7. Waarover kan men meepraten