Wat zijn valkuilen bij het in gesprek gaan met inwoners?

Onderwerp
Het gesprek voeren

Hoe je participatie organiseert, bepaalt in grote mate de richting van de uitkomsten. Laat je de deadlines van het project leidend zijn, dan kan dat leiden tot minder acceptatie van de plannen omdat inwoners zich klemgezet voelen. Zo zijn er een aantal veelvoorkomende valkuilen bij het organiseren van participatie die veel invloed hebben op de uitkomsten. Deze valkuilen zijn gebaseerd op onderzoek van dr. Eva Wolf (Tilburg University) naar de rol van conflict in de besluitvorming rondom de Oosterweelverbinding. Lees haar column over de Waarde van Weerstand.

1. Het bewijs 

In het gesprek met inwoners is de neiging vaak om gelijk inhoudelijk bewijzen aan te voeren om de zorgen van inwoners te weerleggen. Als tegenreactie komen inwoners met eigen bewijzen om serieus genomen te worden. Het resultaat is dat partijen steeds verder van elkaar verwijderd raken en verstrikt raken in een discussie op detailniveau. 

Ga daarom het conflict niet uit de weg door middel van bewijsvoering, maar erken de zorgen van inwoners en biedt hier ruimte voor. Conflict kan juist zorgen voor creativiteit en innovatieve oplossingen.  

2. De deadline en bestaande kaders 

De tijdsdruk die je ervaart, is afhankelijk van de rol die je hebt in het proces. Terwijl overheden wellicht graag knopen willen doorhakken – zij zitten al langer in het proces of project – kunnen inwoners dat ervaren als het opdringen van plannen. Dat kan de acceptatie en het draagvlak voor de plannen doen afnemen en zo het proces juist vertragen. Het kan ook zijn dat de opgehaalde input niet past in het bestemmingsplan, de RES-plannen, of simpelweg niet genoeg is om de opgave te halen. En dan? 

Wanneer je vooraf duidelijk hebt gecommuniceerd binnen welke kaders deelnemers mogen meepraten en wat je met hun input gaat doen, heb je een goede basis om terug te koppelen waarom iets niet kan. Wees ook eerlijk: als er geen bestuurlijk draagvlak is, geef dit dan aan. En steek de hand in eigen boezem als dit komt doordat er vooraf niet goed genoeg afgestemd is intern. 

3. Het algemeen belang 

Vaak definieert een overheid een project of opgave als een publiek probleem. De energietransitie en de RES zijn daar een goed voorbeeld van. Kritische inwoners worden dan snel gezien als tegenstanders van het publieke belang, die alleen om hun eigen, individuele belang geven. Het gevolg is een groeiend wantrouwen onderling. 

Een discussie over de inhoud is op zo’n moment niet meer van belang, daarvoor moet het onderlinge vertrouwen hersteld worden. Richt je daarom op het herstellen van de persoonlijke relatie en het afpellen van de oorspronkelijke oorzaak van het wantrouwen. Wees je ervan bewust dat je dit wantrouwen ook kan ‘erven’ van voorgaande overheidsprojecten waar inwoners negatieve ervaringen hebben gehad met de overheid. Dit hoeft geen reden te zijn om participatie dan maar niet te doen. Maar het vraagt wel nóg een extra denkstap eer je aan een nieuw participatietraject begint. 

VOORBEELD

Acht maatschappelijke organisaties adviseerden de opstellers van de RES in Groningen om inwoners meer te betrekken bij hun plannen. Directeur Jan-Willem Lobeek van Natuur- en Milieufederatie Groningen (één van de acht organisaties) vertelt aan het Dagblad van het Noorden hoe er vooral veel energie is gestoken in het bestuurlijk op één lijn komen, maar veel Groningers hebben nog nooit van de RES gehoord. Lees verder over de RES in Groningen.  

Vorige artikel

8. Het gesprek voeren

Volgende artikel

9. Wat doe je met de resultaten en opbrengsten