Het bereiken en betrekken van het stille midden
Het stille midden is niet persé stil, de overheid slaagt er alleen niet altijd in om te luisteren. Het kan zijn dat de overheid het gesprek niet goed organiseert, het kan zijn dat mensen voor hun gevoel niet de mogelijkheid krijgen hun mening te uiten. Ook kan het zijn dat mensen wel met elkaar willen praten maar liever niet met de overheid.
Als overheid of ontwikkelaar kun je en wil je niet zonder het stille midden. ‘Beleid wordt inhoudelijk beter van burgerbetrokkenheid en burgerbetrokkenheid is essentieel voor de ontwikkeling van rechtvaardig en legitiem beleid’ schrijft PBL in haar Signalenrapport. Het is daarvoor niet voldoende om alleen de mensen te horen die al hun stem verheffen.
Op haar beurt kan het stille midden ook niet zonder een overheid die hen ondersteunt en versterkt. Het midden heeft hulp nodig om het genuanceerde midden te blijven. De overheid heeft dus een belang én een verantwoordelijkheid om de dialoog met het stille midden te organiseren. Maar het luisteren naar deze groep, het organiseren van het dialoog kost tijd, geld en vooral moeite.
Op deze pagina lees je wat het stille midden is en hoe je ze kunt betrekken bij je beleid en je projecten. De methoden hangen af van de situatie.
Definitie
Vooraf is het belangrijk te beseffen dat het stille midden verschilt per onderwerp. We hebben het nu over de energietransitie. Het kan goed zijn dat je over de energietransitie je mening niet laat horen en over asiel bijvoorbeeld wel. Het stille midden is dus geen vaste groep maar kan per onderwerp van samenstelling verschillen.
Voor een definitie van het stille midden geeft het denkkader polarisatie van Bart Brandsma houvast. Hij beschrijft hoe pushers op de flanken tegenstellingen op scherp zetten. Joiners kiezen één van de twee kampen, ze steunen de pushers, maar laten in meer of mindere mate weten dat ze gematigder zijn. Het stille midden voelt de druk, polarisatiedruk, om een kant te kiezen maar doet dat om uiteenlopende redenen niet. Er zijn grofweg 3 groepen met hun eigen redenen te onderscheiden:
- Allereerst heb je de beroepsneutralen, zoals de burgemeester, de agent en de rechter. Zij hebben misschien wel een opvatting over het onderwerp, maar houden die vanwege hun beroep voor zich.
- Ten tweede zijn er de genuanceerde betrokkenen. Ze hebben een genuanceerde mening over het onderwerp en vinden de mening van de pushers te kort door de bocht. Ze vinden het daarom lastig om hun stem te laten horen. En ze weten ook niet zo goed hoe, ze zoeken naar de vorm.
- De derde groep bestaat uit de onverschilligen. Ze hebben geen interesse in het onderwerp en hebben daarom geen standpunt of ze zijn te druk met andere zaken om zich over het betreffende onderwerp een mening te vormen.
Shannon Spruit van onderzoeksbureau Populytics geeft aan dat overheden het vaak over stille middengroepen hebben. Maar op verschillende manieren, ze zien in ieder geval vier beelden. We noemen ze naast de soorten stille midden die Brandsma beschrijft omdat ze herkenbaar zijn en daarmee houvast geven.
- De stille achterban. Dit is een groep die zich niet uitspreekt maar waarvan je verwacht dat ze achter je plannen staan als het erop aankomt.
- De onbezorgde leken. Dit is een groep die niet veel van het onderwerp weet en die het ook niet zoveel kan schelen.
- De slapende honden. Dit is een groep waarvan je verwacht dat ze weerstand zullen hebben. Deze groep wil je zo snel mogelijk benaderen en betrekken.
- De burger waarvan je het echt niet weet.
Waarom wil je het stille midden bereiken en betrekken?
In het stille midden komen verschillende perspectieven samen. Het bereiken en betrekken van het stille midden is cruciaal om verschillende redenen:
- Dialoog en begrip: Het stille midden biedt ruimte voor constructieve dialoog. Door verschillende standpunten te laten horen, kunnen mensen beter begrijpen waar anderen vandaan komen.
- Vermijden van extremisme: Polarisatie leidt vaak tot extremisme en conflicten. Met het betrekken van het stille midden geef je minder podium aan extremistische opvattingen en bevorder je een meer gematigde en redelijke discussie. Door het midden een stem te geven versterk je ze, zodat het midden ook het midden kan blijven.
- Gemeenschappelijke basis: Het stille midden helpt om gemeenschappelijke waarden en doelen te identificeren, wat kan leiden tot samenwerking en gezamenlijke oplossingen voor maatschappelijke problemen.
- Inclusiviteit: Betrekken van het stille midden zorgt ervoor dat verschillende stemmen en perspectieven een plaats krijgen in de discussie, wat bijdraagt aan een inclusieve samenleving. Minder uitgesproken stemmen vormen een essentieel onderdeel van de samenleving, luisteren naar deze stemmen zorgt voor een genuanceerde en representatieve besluitvorming.
Wanneer wil je het stille midden betrekken?
Vaak heb je als overheid een belang en worden inwoners in wezen opgetrommeld voor participatiecorvee op het moment dat de overheid dat kiest. Dit is de reden waarom er bij participatie vaak zoveel loskomt en waarom het als overheid heel lastig is om daar goed op te reageren. Je vraagt inwoners over een specifiek onderwerp, maar zij zien dat - logischerwijs - niet los van andere zaken in hun leefomgeving en grijpen de contactgelegenheid aan om andere zaken ter sprake te brengen, die voor hen misschien veel belangrijker zijn. Het antwoord op de vraag wanneer je het stille midden wilt betrekken is dus dat je altijd in contact wilt zijn. Je wilt weten wat er speelt.
Het vraagt een continue, of op zijn minst regelmatige investering in tijd (en geld) om te weten wat er speelt, te weten welke behoeften en verlangens er leven. Het helpt om te weten welke ruimte je hebt om aan verlangens tegemoet te komen, dan kun je duidelijk zijn in je communicatie. Het belang van regelmatig contact wordt vaak onderschat maar vormt het fundament voor een responsieve overheid bij participatie op specifieke onderwerpen. Het is overigens een investering die geen garanties biedt. Alsnog kan later ‘de pleuris uitbreken’. Maar het niet doen is sowieso een garantie op weerstand en onvoorzien gedoe. Wil je samen iets doen, dan zul je in het samen moeten investeren, aan de relatie moet werken.
Weten wat er speelt en in contact zijn
Weten wat er speelt doe je door regelmatig in contact te zijn. Dat kan op verschillende manieren.
Straatgesprekken
Voor de hand liggend is natuurlijk gewoon de straat op te gaan. Er zijn verschillende gemeenten die een ludieke, uitnodigende manier kiezen om de buurt in. Bijvoorbeeld met een koffiekar of een tosticaravan, iets dat opvalt en waarmee je wat tijd hebt om in gesprek te gaan met passanten.
Een mooi voorbeeld zijn de mandarijngesprekken in Moerwijk en Laak. De gemeente Den Haag wilde in gesprek komen over gezondheid. Je neemt een schaal met mandarijnen, plakt twee oogjes op iedere mandarijn en gaat daarmee bij een school of bijvoorbeeld de voedselbank staan. Iedere bewoner die langskomt vraag je om een mondje te tekenen op een mandarijn: een blij mondje als iemand zich fit voelt, of een sip mondje als iemand zich niet fit voelt. En voor je het weet heb je een gesprek van 10 minuten over iemands gezondheid.
Contact met sleutelfiguren, bijvoorbeeld via een wijkraad of buurtraad
Een andere logische stap is contact zoeken met de wijkraad op buurtraad. Een wijkraad of buurtraad is een groep betrokken bewoners die samenwerkt om de leefbaarheid in hun wijk of buurt te verbeteren. Ze houden contact met bewoners via gesprekken, enquêtes, bijeenkomsten en sociale media. Ook lopen ze regelmatig door de buurt en onderhouden contact met lokale organisaties en professionals, zoals wijkagenten en opbouwwerkers. Zo signaleren ze behoeften, knelpunten en kansen in de wijk. Ook andere partners, zoals welzijnsorganisaties, een buurtvereniging of sleutelfiguren, kunnen een rol spelen doordat zij meer ‘tussen’ de mensen staan dan de gemeente.
Buurtcamping
Een Buurtcamping is een tijdelijke camping in een stadspark, georganiseerd door en voor buurtbewoners. Drie dagen lang kamperen mensen van alle leeftijden en achtergronden samen, delen maaltijden, doen mee aan activiteiten en leren elkaar kennen. Een derde van de plekken is gereserveerd voor vrijwilligers, een derde voor betalende kampeerders en een derde voor mensen met een krappe beurs. Het doel is om de sociale cohesie te versterken en een gevoel van verbondenheid in de buurt te creëren.
Meer informatie vind je op de website van de buurtcamping.
Specifieke participatietrajecten
In de werkelijkheid zul je vaak aan het begin van een specifiek traject staan, waarbij jullie de wens hebben het stille midden te betrekken. Ga na wat je weet van de omgeving en vooral wat het stille midden wil. Maak je opdrachtgever daarvan bewust. Het kan goed zijn dat je tijd nodig hebt om aan het fundament te werken.
Situatie 1: Participatie in de beleidsfase
Zoals bij het warmteprogramma of beleid rondom opwek van energie met wind of zon.
Met een Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) zet je burgers op de stoel van een besluitvormer. Je laat burgers keuzes maken tussen beleidsopties binnen realistische randvoorwaarden, waardoor beleidsmakers inzicht krijgen in hun voorkeuren en waarden. Deelnemers die nuance willen uiten, de middengroepen, kunnen goed hun mening kwijt. Dat komt omdat ze geen ja/nee keuzes hoeven maken en kunnen wikken en wegen tussen verschillende beleidsopties. In combinatie met een burgerberaad – waarin een diverse groep burgers zich verdiept in het onderwerp en gezamenlijk aanbevelingen formuleert – versterkt een PWE de legitimiteit en kwaliteit van beleid. De PWE bereikt een brede groep, terwijl het beraad zorgt voor verdieping en dialoog. Samen vormen ze een krachtig participatief proces waarbij burgers invloed uitoefenen op beleid op basis van zowel individuele afwegingen als collectief overleg.
Om met een PWE echt een brede groep te bereiken, is inzet van een communicatiemiddelenmix nodig. Actief de straat op gaan, of naar plekken waar je het stille midden verwacht, en mensen stimuleren de raadpleging in te vullen, hoort daarbij. Door het loten of selecteren van bewoners voor het bewonerspanel en het beschikbaar stellen van een vergoeding voor deelname, zorg je ervoor dat ook het stille midden aan tafel komt.
Situatie 2: Een project voor wind-of zonne-energie
Bij een project is het van belang dat de belangenstromen van de verschillende stakeholders goed vertegenwoordigd zijn. Met een breed uitgezette enquête of een (kleine) PWE kun je ophalen welke belangen er zijn. Vervolgens stel je een omgevingsadviesraad (OAR) samen met daarin een vertegenwoordiging van de verschillende belangen.
De OAR is bedoeld om alle stakeholders gezamenlijk te laten optrekken in de voorbereiding van een opwekproject. De opgave voor de OAR is: welke argumenten moeten er worden meegenomen in de afweging voor realisatie en hoe zou dit het beste kunnen als het project wordt gerealiseerd.
Inwoners of andere niet-georganiseerde belanghebbenden kun je ondersteunen met een stakeholderplatform. Vanuit het stakeholder- of inwonerplatform nemen 1 à 2 vertegenwoordigers deel aan de OAR. Het inwonerplatform bepaalt in overleg de standpunten die ze inbrengen en zorgen dat ze gekende belangen vertegenwoordigen.
De OAR brengt alle betrokkenen – zoals inwoners, initiatiefnemers, actiegroepen, overheden en maatschappelijke organisaties – op gelijkwaardige manier aan tafel. Door het bewonersplatform een plek te geven naast actiegroepen en maatschappelijke organisaties, wordt geborgd dat verschillende perspectieven op tafel komen en ontstaat een evenwichtiger gesprek over belangen, zorgen en wensen. Dit bevordert wederzijds begrip, transparantie en vertrouwen in het participatieproces. Zo wordt gezamenlijk gewerkt aan breed gedragen keuzes rondom een wind- of zonne-energieproject, waarbij de leefomgeving en belangen van omwonenden serieus worden meegenomen in de besluitvorming.
Situatie 3: Wijkuitvoeringsplan
Bij een wijkuitvoeringsplan betrek je het stille midden door in te zetten op laagdrempelige en toegankelijke vormen van participatie. Denk aan korte straatgesprekken, inloopmomenten op drukbezochte plekken, en samenwerking met scholen, buurthuizen of huisartsen. Gebruik begrijpelijke taal en visuele middelen om vragen te stellen of keuzes voor te leggen, en bied meerdere manieren om mee te denken: online, schriftelijk of mondeling. Werk via vertrouwde gezichten in de wijk en geef duidelijk aan wat er met de input gebeurt. Zo voelen ook minder mondige bewoners zich gehoord en betrokken bij keuzes voor hun eigen leefomgeving.
Handige links
- ‘Raad, let op het stille midden in de samenleving’ op de website van raadsleden.nl
- De middengroepen betrekken op de website van EnergieSamen academie
- Artikel Beyond participatie: hoe betrek je het stille midden op de website van EMMA